Kimmeridgien - een vleugje prehistorie in je wijn

Het Kimmeridgien is een geologisch stadium uit de Laat-Jura dat een voor de wijnbouw unieke bodemsoort heeft gevormd. Kimmeridgienbodems komen voor in de oostelijke Loire-vallei, de zuidelijke Champagne en in het hart van de Chablis. Ze zijn rijk aan fossielen van de Exogyra virgula, een kleine kommavormige oester. Hieraan ontlenen de witte wijnen van deze bodems hun typische mineraliteit.

Bekken van Parijs 

Het gebied, een geologische keten die de Loirevallei verbindt via de Champagne met Chablis in de Bourgogne, is in feite een oud sedimentair bekken. Een bassin dat tegenwoordig bekend is als het ‘Bekken van Parijs’. Het laaggelegen gebied, ooit dus een zee, is rijk aan zee- en schelpfossielen die 150 miljoen jaar teruggaan. Deze mineralen, die nog volop in de bodem te vinden zijn, zijn ongeëvenaard voor het produceren van enkele van de mooiste witte wijnen in Frankrijk. 

De Kimmeridgien-bodemsoort werd in het midden van de achttiende eeuw geclassificeerd door de Franse geoloog en natuuronderzoeker Alcide d'Obigny, terwijl hij aan het werk was in Dorset bij de stad Kimmeridge in het zuiden van Engeland. Hij identificeerde hier een unieke laag donkere mergel die hij Kimmeridgien noemde. In deze bodem komen kalksteenbedden voor – soms aan de oppervlakte – die rijk zijn aan de fossielen van de Exogyra virgula, de kleine kommavormige oester die kenmerkend is voor Kimmeridgische mergel.

Belangrijk is hoe de lagen in dit bodemtype samenwerken. De mergelgrond van de Kimmeridgische laag zorgt voor een goede structuur, ideale wateropname en is gemakkelijk te telen. De bovenste (Portland-) kalksteenlaag bevat talrijke fossiele fragmenten en biedt een goede beluchting en drainage. Druivenstokken houden niet van natte voeten: de wortels krijgen dan onvoldoende zuurstof en sterven af. Ook leidt te veel vocht tot verdunning van geur en smaak en de productie van stikstof. Stikstof bevordert de groei, maar ten koste van de kwaliteit. 

Om goede druiven te krijgen, is dus een zeker watertekort nodig. Dit beperkt de groei van de plant zodat de beschikbare suikers de vruchten (en niet de plant zelf) voeden. Wél is het belangrijk dat de bodem genoeg vocht vasthoudt voor periodes van droogte. Bij extreem watertekort loopt het rijpingsproces ook weer spaak. Kalkbodems bieden exact die juiste balans. 


Minerale tonen 

De belangrijkste wijngebieden van de Kimmeridgische keten zijn de Aube-subregio van de Champagne, Chablis, Tonnerre en de Auxerrois-wijngebieden in het noorden van Bourgogne en Pouilly, Sancerre en Menetou-Salon in de Loire-vallei. De bodems op de Kimmeridgien-afzettingen, in wijntermen ‘terroir’ genoemd, zorgen voor specifieke minerale tonen, die detecteerbaar zijn in de wijn en zelfs in de urine van iemand die een wijn van Kimmeridgienbodem heeft gedronken. 

De kwaliteit van de wijngaarden die op deze kalkrijke bodems liggen, is al eeuwen bekend. Sinds mensenheugenis zijn pogingen gedaan om deze smaakprofielen te kopiëren, maar zonder echt succes. Mousserende kwaliteitswijnen worden over de hele wereld gemaakt, maar het zijn geen champagnes. De beste wijnen uit de Loire hebben nog steeds die unieke combinatie van terroir, fruit, structuur en een nuance die niet te dupliceren is. En overal ter wereld worden levendige, frisse chardonnays gemaakt – maar ze komen niet in de buurt van een chablis.

‘De wijngaarden van Chablis hebben maar één religie: de Kimmeridgien’

Jacques Fanet in Les terroirs du vin



‘De wijngaarden van Chablis hebben maar één religie: de Kimmeridgien’ zegt Jacques Fanet in zijn boek Les terroirs du vin. Chablis is een belangrijk onderdeel van de Kimmeridgien-keten en thuisbasis van enkele van de beste chardonnaywijnen van de wereld. Op de hellingen in het hart van de Chablis wordt zachte, carbonaatrijke rots bedekt met een dikke laag kalksteenafzetting. De op het zuiden gerichte hellingen met hun ideale zon-expositie vormen, samen met de Kimmeridgische bodem, de kwaliteit van de Chablis Grand Cru-wijngaarden. 


Topchardonnays 

Geologische omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van de Grand Cru-hellingen, vind je in het noordoosten en zuidwesten van Chablis. De wijngaarden op deze locaties worden geclassificeerd als Premiers Cru. Natuurlijk is de bodem niet het enige ingrediënt van bij het maken van een Cru Chablis. Ook de helling en oriëntatie van elk perceel, samen met het microklimaat, de ingrepen in de wijngaard en de skills van de wijnboer zijn bepalend bij de productie van kwaliteitschardonnay in Chablis. Dat is ook de reden waarom sinds 1976 niet meer wordt verwezen naar de Kimmeridgien-kalksteen in de definitie van Chablis. 

Chabliswijnen in ons assortiment 


Loire 

Bij de wijngebieden van Sancerre en Pouilly-sur-Loire in de Loire-vallei is de oostelijke oever van de rivier (de kant van Pouilly) gedaald door breuken en verschuivingen in de bodem. Dit zorgt ervoor dat de Kimmeridgische helling vlak ligt, waardoor elementen uit het Tertiair (zand, klei en zoetwaterkalksteen) en het Kwartair (rivierterraszand, grind en klei) zichtbaar worden. De stad Sancerre ligt boven op een breukrug, de oostkant heeft een laag krijtbodems, terwijl de westkant bedekt is met struikgewas en grindhellingen. Verder naar het westen liggen de beste wijngaarden op de klassieke Portlandiaans-Kimmeridgische bodemcombinatie - een klassiek voorbeeld van 'terroir'. 

Loirewijnen in ons assortiment 


Champagne 

Ook in de Champagne bestaat de grond grotendeels uit kalk, mergel en krijt. Met name de Côte des Blancs, Côte de Sézanne en Montagne de Reims liggen op felbegeerde Kimmerigien-klei. De Vallée de la Marne (en een enkele specifieke wijngaard bij Reims) heeft ook ‘gewone’ mergel- klei of zandgrond, terwijl de Côte de Bar vooral een ondergrond van mergel heeft. Ook hier zorgt de kalk voor de ideale waterhuishouding en voegt het de typische mineralige smaakelementen toe die zo karakteristiek zijn. 

Champagnes in ons assortiment